Leren gaat om het resultaat. Om leren in een organisatie optimaal (met technologie) en passend bij de bedrijfsprocessen in te richten is een goede didactische inbedding onmisbaar. Om te komen van leerbehoefte naar resultaat is het van belang te kijken naar de leervorm en het moment waarop leren moet plaatsvinden.
Leren gebeurt altijd en overal
Een goede manier om hiernaar te kijken is met het model van de ‘5 Moments of Need’. Dit beschrijft de momenten waarop er een leerbehoefte ontstaat bij de medewerker.
- Nieuw: wanneer iemand iets voor de eerste keer moet weten of kunnen.
- Verdieping: wanneer men de basiskennis bezit, maar er meer nodig is om verder te komen.
- Toepassen: wanneer mensen het geleerde in de praktijk moeten brengen, maar het nog niet kunnen.
- Oplossen: wanneer een probleem in de praktijk moet worden opgelost, omdat het ineens anders gaat dan normaal.
- Verandering: wanneer er iets verandert, waardoor oude kennis en kunde niet meer toepasbaar is.
Welke leerinterventies geschikt zijn, wordt in sterke mate bepaald door het moment waarop de leerbehoefte ontstaat. Hoe dit efficiënt en effectief ingepast kan worden, wordt ook bepaald door de bedrijfsprocessen die je wilt ondersteunen en de technologie die beschikbaar is. Technologie waar je aan kan denken zijn Leerplatformen (LMS, LXP’s etc.) en e-learningontwikkeltools.
Zo kan iedereen zich voorstellen dat als een medewerker een probleem moet oplossen tijdens zijn of haar werk, een klassikale training niet de meest geschikte leerinterventie is. Andere leerinterventies, zoals het raadplegen van een expert, een quick reference card, een overzicht van mogelijke oplossingen zijn op dat moment veel effectiever.
Het inzetten van een passende leerinterventie bij een moment van leerbehoefte is het optimale just-in-time learning. Het zorgt onder andere voor:
- Meer motivatie: De informatie is relevanter voor de medewerkers.
- Grotere retentie: Medewerkers onthouden de informatie langer.
- Meer efficiëntie: Medewerkers leren alleen wat nodig is.
Leren doen we met ons brein
Bij leren gaat het over het proces van opslaan van nieuwe informatie in het brein. Voor een optimaal leerresultaat kijk je daarom altijd naar de randvoorwaarden die voor de hersenen gelden om goed te kunnen leren. In het ‘Leerdesign voor het brein’ zijn daarom de volgende 5 basisprincipes opgenomen:
- Microleren: Korte leerbrokken zijn beter te verwerken door ons brein.
- Gespreide herhaling: We onthouden meer wanneer we informatie in korte herhalingen gespreid aangeboden krijgen.
- Gepersonaliseerd leren: Door aan te sluiten op wat je al weet, is het gemakkelijker om informatie te onthouden.
- Multi-sensorische leervorm: Het prikkelen van zintuigen zorgt ervoor dat je de stof beter opslaat en verwerkt en vooral dat je het daarna beter kunt opdiepen.
- Aantrekkelijke leervorm: Je leert met aandacht. Door een aantrekkelijke werkvorm te kiezen, verhoog je de aandacht en daarmee het leerresultaat.
Trends & ontwikkelingen 2024
Wat brengt 2024 voor de wereld van e-learning, leren en technologie? Lees de vier ontwikkelingen.
Voordelen e-learningtemplates
Maak zelf professionele e-learningtemplates. Wat zijn de voordelen van templates en hoe pas je ze toe?
Virtual Reality trainingen
Wat zijn Virtual Reality trainingen en hoe zet je het in? Ontdek de mogelijkheden van VR.
Hoe faciliteer je hybride leren?
Wat is hybride leren en hoe kan je hybride leren faciliteren? Ontdek het in dit artikel.
Microlearning
Met microlearning presenteer je lesmateriaal in kleine brokjes. Wat is het en wat zijn de voordelen?
Aantrekkelijke leervormen
Onze hersenen moeten gemotiveerd worden. Dit kan door het gebruik van verschillende leervormen.
Leerrendement: Spaced repetition
Zet gespreide herhaling – spaced repetition – in om cursisten leerstof beter te laten onthouden.